In mijn Ontwijnen programma’s delen de deelnemers dagelijks hun successen, twijfels, moeilijke momenten, tips en zorgen. Sinds een paar weken zijn vooral de zorgen aan het groeien bij de deelnemers, sterker dan welk moment ook in het jaar. Het probleem? De aankomende kerstdagen. Want de vraag: ‘wat moet ik nu (bijvoorbeeld) volgende woensdag, zonder alcohol?’ wordt niet gesteld. Dat zien we wel, dat is een gewone dag. Maar de vraag: ‘hoe moet ik de kerst doorkomen zonder drank?’ staat hoog op de urgentie lijst. Het is een angstig idee, een nuchtere kerst.
De kerstdagen zijn natuurlijk traditionele dagen. En bij tradities horen regels, je ‘moet’ dan van alles. Niet alleen beginnen we steeds eerder met versieren, inkopen en aankleden, maar ook de planning, wat gaan we eten en bij wie, is allemaal zeer belangrijk. En natuurlijk hoort drank erbij. Want hoe kom je anders de kerst door, hoor ik veel mensen denken.
Aangezien het ‘toch feest’ is, is een kerstdag een uitgelezen dag om lekker vroeg met een glaasje te beginnen. Een van mijn Ontwijnen coaches vertelde dat ze, toen ze nog wel alcohol dronk, al bij het ontbijt een glas champagne nam, om vervolgens (tijdens de koken van het grootse diner) glaasjes wijn in te schenken omdat deze wel moesten worden voorgeproefd. En ach, het is kerst, toch? Dan mag je lekker doordrinken.
Velen van ons zien (stiekem!) op tegen de feestdagen en zeggen erna dat ze blij zijn dat het voorbij is. Hoe komt dat toch? Iets wat kennelijk allemaal leuk, fantastisch en gezellig is, valt velen van ons zwaar. Dat is gek. Hoe kan het toch dat we juist op zo’n ogenschijnlijk fijne dag, een feest nog wel, extra drang hebben om te verdoven en (zoals mijn deelnemers die tijdelijk of langer alcoholvrij leven) er zo gigantisch tegenop zien? Hoe moet ik het nuchter overleven? We zijn toch met onze dierbaren?
De waarheid is dat alcohol onze teddybeer is. Een grote die je lekker op schoot kan nemen, tegen je buik aan. Zodat je even niet voelt wat er diep van binnen in je omgaat. De blikken van je vader minder fel lijken. Dat wat je schoonmoeder tegen je zegt niet zo hard aankomt. Dat de pijnlijke stiltes niet de scherpe waarheid laten zien over de onderliggende verhoudingen tussen jou en je vader, je moeder, je broers en zussen. De ingewikkelde relaties. Het feit dat je je opgescheept voelt met deze mensen maar je ze nooit als vrienden had gekozen. De tastbare spanning. Dat het vroeger misschien helemaal niet leuk was, maar het wel altijd van de buitenkant leuk moest zijn. En nu dus nog steeds.
Als je haar maar goed zit! We hebben toch een mooie boom? De kaarsjes staan toch aan? De open haard is speciaal aangestoken? Kom op, doe gezellig. Want het moet! Alcohol dempt de realisatie en ervaring van de diep weggestopte pijn. Bijvoorbeeld het feit dat er geen ruimte was voor jouw mening als kind. Dat je niet bent gezien. Dat je nooit goed genoeg was. Dat je eigenlijk heel boos bent en het liefst wat anders zou doen deze dag. Zonder deze mensen en deze opgedrongen ‘gezelligheid’.
We kunnen er niet om heen want, ‘dat kunnen we niet maken’. Je moet meedoen en leuk vinden wat iedereen leuk vindt. Dus wat doen we? We zetten het op een zuipen om niets te voelen. Dan komen we die kerstdagen door, en alle andere momenten in ons leven waar de spanning, stress, de prikkels en alles wat je met je meedraagt je teveel wordt. Ook wanneer je je ‘onder de mensen’ moet begeven terwijl je dat doodeng vindt. Alcohol helpt je als een warme deken op de bank. We zijn ons echter totaal niet bewust dat dát de reden is. We zijn ervan overtuigd dat we alcohol drinken omdat we het zo lekker vinden. Dat klopt, maar het lekkere is het effect. Dat is het doel, dat is het altijd geweest.
Dat stemmetje in je hoofd, ook wel de ‘wijnheks’ genoemd, die jengelend aan je been staat om 17u ’s middags en vindt dat je een drankje moet nemen, zegt eigenlijk iets anders tegen je. Het is een zwaailicht uit je binnenste. Zie mij. Erken mij. Zorg voor mij. Ik heb je aandacht nodig. Alleen is de demping van alcohol aangeleerd gedrag, een ‘coping mechanism’ wat we constant bagatelliseren.
Een alcoholvrij leven zorgt dus dat je face to face komt met alles wat er ECHT is. Wat je op zou kunnen ruimen, wat je kunt verwerken en daarna achter je kunt laten. Waarna je zou kunnen groeien en de beste versie van jezelf kunt worden. Doodeng. Daar heb je moed en kracht voor nodig. De wil om groter te groeien dan je ooit voor mogelijk hield en alle zooi achter je te laten.
Ik nodig je graag uit om het te proberen.
Echt fijne feestdagen toegewenst,
Jacqueline van Lieshout